Inleiding
Landen en organisaties moeten worden bestuurd. Hiervoor bestaan verschillende bestuursvormen, zoals een dictatuur en een democratie. Er zijn landen en organisaties die dictatoriaal geleid worden. Een leiderschap waar wij in het Westen een afkeer van hebben. Toch blijken er landen in de wereld te zijn die niet zonder een dictatoriaal bestuur kunnen, omdat er anders blijkbaar geen politieke stabiliteit mogelijk is. Voorbeelden zien we momenteel in Irak en Libië, waar na het verdwijnen van hun politieke leiders een politieke chaos aanwezig is. In het Westen vermeldden de media en deskundigen in 2011, dat daar volgens de Arabische Lente een democratie gevestigd zou worden.
De vraag is echter of in democratische landen en organisaties de macht wel correct verdeeld is? Om hier wat meer duidelijkheid over te geven, wordt in het kort het onderzoek van de socioloog Robert Michels beschreven. Hij onderzocht hoe de macht verdeeld was in de Sociaal Democratische Partij (als werkende klasse partij) en de vakbonden vóór de 2e Wereldoorlog in Duitsland. Hij veronderstelde dat juist bij deze organisaties gelijkheid en een eerlijke machtsverdeling aanwezig zou zijn. De resultaten van zijn onderzoek worden hierna beschreven zoals dat vermeld is in het boek Organisaties vergelijkenderwijs van C.J. Lammers 1991.
Wat waren de resultaten?
De resultaten van zijn onderzoek waren echter anders dan hij had verwacht. Hij vond dat de uiterlijke democratische vorm verhuld werd door een oligarchische bestuursvorm (een kleine groep invloedrijke personen die de dienst uitmaken) met een haast machteloze achterban. Michels stelt dat alle organisaties van welke aard dan ook, in de kiem een neiging tot deze bestuursvorm in zich hebben. Vaak hebben de bestuurders meer ervaring en deskundigheid, waardoor ze hun positie kunnen beschermen. Hierbij geldt nog dat zij hun eigen aanhang kweken en lastige critici aan de kant zetten. Michels twijfelt er niet aan dat mensen die macht hebben gekregen, ook aan de macht willen blijven. Zij zijn gewend geraakt aan een hogere sociale status dan die zij voorheen hadden. Op deze handelingen komt Michels met zijn ijzeren wet van de oligarchie. De wet houdt in: Hoe omvangrijker het bestuursapparaat van een partij of andere organisatie wordt, hoe meer het eigen belang prioriteit krijgt en hoe ongevoeliger het wordt voor de belangen van haar leden. Juist hiervoor was de partij opgericht. In principe is het mogelijk dat er vervolgens weer een nieuwe (protest) partij met een klasse van nieuwe heersers ontstaat, die vervolgens de plaats inneemt van de voormalige heersers van de vorige partij.
Hoe werkt de ijzeren wet?
Michels vond dat elke groep heersers de neiging heeft tot een oligarchische bestuursvorm uit te groeien en het contact met hun achterban of het volk te verliezen. Democratisch gekozen bestuurders leven als het ware in een ‘andere wereld’ en gaan autocratisch (eigenmachtig) handelen. Deze situatie ontstaat door de structuur van organisaties. In een democratie moeten politieke partijen georganiseerd worden. Als deze organisaties groter en daardoor complexer worden is de paradox dat zij juist minder democratisch worden en de leiding neigt tot dictatoriaal gedrag. Volgens de Italiaanse econoom Vilfredo Pareto (1848-1923) is de macht in een parlementaire democratie aanwezig bij een elite die afkomstig is uit de grote partijen en die onvermijdelijk een oligarchie wordt. Opgemerkt wordt dat democratisering niet betekent dat er geen gezag en macht meer nodig is. Als dit niet aanwezig is dan vervalt de samenleving in anarchie en chaos. Het gaat hier dus om een gelegitimeerde (rechtmatige) machtsuitoefening.
Zou de ijzeren wet van de oligarchie in kerkelijke gemeenten aanwezig kunnen zijn?
Volgens Robert Michels, zoals we hebben gezien, is de neiging tot een oligarchie mogelijk in elke organisatie. Dus de kans bestaat dat na verloop van tijd de leiding in een kerkelijke gemeente ook oligarchisch wordt. Als dat het geval is, vervreemdt de leiding zich van de gemeenteleden en verliest zij haar legitimiteit en draagvlak. Het gevaar is dat dit ten koste gaat van de gemeenschappelijke cultuur met het gevaar dat er subgroepen ontstaan met eigen ‘werkelijkheden’. Het zal duidelijk zijn, dat deze situatie niet gewenst is. Maar de vraag rijst, welke leiderschapsstijl is dan wel wenselijk in een kerkelijke gemeente? Drie adviezen hiervoor zijn geselecteerd uit drie bronnen.
1. Een interview met de ex-president directeur van Shell Nederland, ir. Rein Willems en nu voorzitter van de kerkenraad van een PKN gemeente (september 2007). Ir. Rein Willems stelt dat in een kerkelijke gemeente dienend leiderschap nodig is. Het doel van de gemeente is God dienen en daarbij groei te realiseren. Dit is voor veel kerken helaas geen praktijk meer. We zullen dit moeten hervinden en dat kan alleen maar door mensen enthousiast mee te krijgen in een goede visie. Rein Willems zegt: Ga allereerst tussen de mensen zitten en niet boven hen staan. Het tweede is leren luisteren en mensen tot hun recht laten komen (interviewer Henk Jan Kamsteeg, trainer coach leiderschap en marketing adviseur)
2. In het blad Protestante Kerk in Nederland - Bestuur en Leiderschap van 12 augustus 2014 staat dat ‘leiding’ een belangrijk aspect in de opbouw en ontwikkeling van het gemeentezijn is. Hierbij worden kerkenraden geconfronteerd met de vraag “Op welke wijze geven wij leiding?” Er liggen grote uitdagingen voor de PKN en haar gemeenten, die vragen om (geestelijk) leiderschap. Geestelijk leiderschap is kort samengevat: volgens de Bijbel dienend, sturend en stimulerend (ds. J. Harteman in het Reformatorisch Dagblad, 27 mei 2011). Dat dit nodig is blijkt uit de uitspraak van de secretaris van het PKN bestuur dr. Arjan Plaisier in de PZC van 8 september 2014, dat het niet goed gaat in de kerk in Nederland. Kerken lopen leeg, in een periode van Bijbels analfabetisme. De vraag hierbij is, hoe heeft het toch zover kunnen komen en waar heeft de kerk steken laten vallen?
3. Het organisatie adviesbureau VAVIA uit Heemstede adviseert o.a. in leiderschapsstijlen. Een van de stijlen is dienend leiderschap. Dienend leiderschap is een model waar dienstbaarheid aan medewerkers, klanten en de gemeenschap centraal staan. Dienend leiderschap is niet gebaseerd op macht, hiërarchie en status, maar veel meer op bewustwording, zingeving en groei van medewerkers. Dit betekent tevens motivatie van hun gedrag om de doelen van de organisatie te realiseren. Belangrijk is dat de leiding zelf het eigen gedrag niet vergeet en het goede voorbeeld geeft.
Samenvatting en conclusie
Het voorgaande gaat over de effecten van de ijzeren wet van de oligarchie in organisaties. Het is een soort mechanisme waar elke organisatie volgens Michels mee besmet kan worden. In onze tijd zien we dat symptoom bij de ‘netwerkers’, die vaak in de media verschijnen of deel uitmaken van veel besturen en de kans krijgen hun visies te promoten of te realiseren.
In grote lijnen gaat het wat leiderschap betreft tussen twee stijlen, oligarchie (een kleine groep die de dienst uitmaakt) en dienend leiderschap. In de praktijk kunnen uiteraard ook mengvormen van beide stijlen voorkomen. We hebben echter gezien dat Robert Michels waarschuwt voor een camouflage structuur. Aan de omgeving (extern) kan de organisatie zich presenteren als democratisch met dienend leiderschap. Maar de werkelijkheid toont dat intern een oligarchie aanwezig is. Aanvullend bij dienend leiderschap geldt geestelijk leiderschap. Dr. Arjan Plaisier schetst de moeilijke situatie van de kerk in ons land. Herstel is nodig. Tot slot aan u de vraag welke stijl is volgens u nodig in de gemeente en herkent u deze stijl?
De ijzeren wet van de oligarchie, dr. H. Dubbelman