Inleiding

 

Aan ons wordt vaak door theologen uitgelegd dat monotheïsme betekent, dat er maar één God is en dat de goden in de Bijbel niet bestaan of dat het bijgeloof is. De vraag is of dit juist is?

 

Bij Psalm 82 hebben we gezien dat de goden der volken veroordeeld kunnen worden. Deze gebeurtenissen hebben in de geschiedenis plaatsgevonden en zullen nog plaatsvinden. 

 

De volken hebben goden. Door de zonde was de directe relatie tussen God en de mensen (volken) verbroken. Na de Toren van Babel waren er 70 oervolken onder engelmachten of goden geplaatst. Zij waren als bemiddelaars aangesteld opdat de schepping niet door de zonde vernietigd zou worden (Dr. F. de Graaff, Anno 1000- Anno 2000, 1976). Later zou er een unieke natie Israël komen die direct onder God gesteld wordt. Uit deze natie komt Jezus.

Monotheïsme betekent dus de unieke ongeschapen God met geschapen lagere goden en geestelijke wezens.

 

Vragen

 

  1. Is De kosmische Orde door God in de Bijbel weergegeven?
  2. Wat betekent dat voor de naties?

 

Deuteronomium 4:19-20

 

God sprak op de berg Horeb, dat Israël geen gesneden beeld mocht maken in de gedaante van een afgod, een afbeelding van een mannelijk en vrouwelijk wezen, van een dier op aarde etc.

 

In de tekst staat dat de God het volk Israël verbiedt hemellichamen en engelenmachten te vereren.

 

In tegenstelling tot Israël vereren de overige volken op aarde de zon, maan, de sterren als goden en in de hemel de goddelijke (geestelijke) wezens. Israël mocht hiervoor niet buigen en dienen (1). De Here, uw God, heeft die toebedeeld aan alle volken onder de ganse hemel.

 

Maar de Here heeft u genomen uit Egypte om voor Hem een eigen volk te zijn, zoals dit heden het geval is.

 

God maakt een verbond met Israël. Israël mag niet de zon, de maan en de sterren vereren en geen andere (geschapen) goden dienen. Deze instelling heeft God voor de volken ingesteld.

 

De beroemde joodse rabbijn Schneur Zalman of Liadi schrijft dat buiten het land Israël, de (geestelijke) energie (het woord van God), verleend wordt door de beschermengelen van de zeventig naties. Uit God straalt energie naar de engelen (intermediairs) en stroomt naar de naties. Daarom worden de engelen andere goden genoemd. Terwijl zij Hem de God van de goden noemen kunnen zij zichzelf als zelfstandige godheden beschouwen en laten vereren. De naties gaan dan met deze machten afgoderij bedrijven (De Tanya{de Leer} 1796).

 

Deuteronomium 32:8-9

Toen de Allerhoogste aan de volken hun erfenis toebedeelde, toen Hij de mensenkinderen van elkaar scheidde, heeft Hij de grenzen van de volken vastgesteld aan de hand van de zonen Israëls of zonen Gods (2). Want des Heren deel is Zijn volk, Jacob (Israël) het Hem toegemeten erfdeel. God heeft een eigen volk en een eigen land (Het Heilige Land). God, Israël en het Heilige Land zijn met elkaar verbonden.

 

Mogelijkheid tot weerstand

De goden maken deel uit van de Heere en de heerscharen of in de vergadering van God (Job 1:6 en 2:1 en Koningen 22:19-23) (3).

De volken en hun goden willen dit niet. Daarom ontstaat antisemitisme, vervangingstheologie en vijandschap tegen Israël en dat het land van God moet worden afstaan, volgens de VN.

 

Deze engelen kunnen hun strategie voortdurend veranderen. Naties kunnen veranderen in demonische machten onder invloed van opstandige engelen (4).

 

Deuteronomium 32:16-17

Israël verwekt God tot naijver als het vreemde goden gaat vereren en het offeren aan geesten, die zelfs geen goden zijn.

 

Evaluatie en conclusie

 

Het monotheïsme van Israël betekent dus niet, dat de goden niet bestaan. Er is maar een ongeschapen God (mono), die alles geschapen heeft. De goden, geesten (van doden) en demonen verblijven in verschillende geestelijke gebieden. Er zijn lichtende en donkere geestelijke gebieden. De goden van de volken en lid van de goddelijke vergadering kunnen loyaal en niet loyaal zijn aan God. Bij niet loyaal komt het oordeel (5).

 

Volgens de genoemde teksten heeft God de naties aan de zonen van God (engelenmachten) toegewezen (6). God deelt dus de goden inclusief met hun pantheons toe aan de naties. Israël wist dat God de naties en de goden met elkaar verbond. Als de goden zondigden, worden zij door de God veroordeeld. Dit volgens Psalm 82, waar God staat in de vergadering der goden. Deze psalm beschrijft eventueel eerder of in de eindtijd dat deze goden gestraft worden voor hun corrupt bestuur van de naties.

 

De corrupte zonen van God doen na de NT periode (7) nog steeds hun invloed gelden op de aardse geografische gebieden. In Efëziërs 6:12 beschrijft Paulus de geestelijke overheden, de machten, de wereldbeheersers, boze geesten in de hemelse gewesten.

 

Wij strijden niet tegen vlees en bloed, maar tegen de geestelijke wezens in de hemelse gewesten etc. Hij heeft ook kritiek op de Masoreten en stelt dat in de joodse visie van het OT God de aarde verdeelde in 70 naties onder specifieke beschermengelen, die tegen God kunnen rebelleren (Brian Huie, The heavenly divine council, 2002).

 

Aardse politieke grenzen

Nu ziet men kunstmatige grenzen, die door politici en machthebbers in de wereld gecreëerd zijn. Bijvoorbeeld, in het Midden Oosten, Afrika, Azië (8). Toch bestaat er tot op heden, ondanks dat de grenzen op aarde vervaagd en veranderd zijn en de volken vermengd zijn een  kosmische geografie (9). Oorspronkelijke volken zijn nog te herkennen, aan de taal, symbolen, lettertekens en godsdiensten, die de kunstmatige grenzen overschrijden. Er is dus een verschil tussen de politieke grenzen en de spirituele (culturele cq taal) grenzen. Samengevat: er is een spanning tussen de huidige aardse geografie en de kosmische geografie. Wellicht is dit ook een oorzaak tussen de conflicten tussen de volken.

 

De komische geografie in relatie met het Heilige Land

Het concept van de kosmische geografie is te zien door:

Het Land Israel is als Heilige grond en het eigendom van God. Dit wordt door de Islam en het Westen en zowel de RK Kerk als ook protestante kerken betwist. Het land is vanwege de ongehoorzaamheid van Israël tijdelijk door het joodse volk verlaten. Israël ging in de ballingschappen en komt in de eindtijd terug naar het Heilige Land. Als de volken dit bestrijden komen ze in een gevaarlijke situatie en roepen ze een oordeel van God op.

 

De overige gebieden op aarde behoren toe aan de geschapen goden. Israël moest daarom in Egypte en haar goden op een bovennatuurlijke wijze bevrijd worden. Daarna zien we in principe tot nu toe dat  Israël wordt bezet door naties met andere goden. Israël zou het Land eventueel moeten terugwinnen door een heilige oorlog.  Door de gebeden en de daden van Israël is het mogelijk de militaire en de politieke macht van de supernaties te verzwakken en vervolgens de engelen en de cultuur te verheffen tot de glorie van God.

 

Andere goden of geestelijke machten doen dus nog steeds hun invloed gelden in het Heilige Land. De dagelijkse praktijk toont dit beeld. Na de uitstorting van de Heilige Geest is God bezig om de naties voor zich terug te winnen door middel van het Evangelie. En  door Jezus boven de geestelijke machten te plaatsen. De strijd zal blijven tot aan het einde van de wereldgeschiedenis.

 

De westerse politici hebben vaak hier onvoldoende kennis van. Zij gaan er vanuit dat de huidige seculiere westerse cultuur met mensenrechten, democratie etc. opgedrongen moet worden aan de niet-westerse volken. Zij spelen een zeer gevaarlijk spel met betrekking tot het eigendom van het Heilige Land en Jeruzalem. Zij willen zonder het te beseffen Gods eigendom annexeren met westerse politieke oplossingen en Israël dwingen dit land af te staan aan andere (geestelijke) machten. Zij hebben niet door dat hier een metahistorische geestelijke strijd bezig is..

 

De opzet van het christendom is om de naties met hun eigen aard met elkaar te verbinden met als einddoel het Koninkrijk Gods. Het christendom moet er voor waken dat het geïnfiltreerd wordt door verkeerde geestelijke machten.

 

 

 

 

 

 

(1) Israël  mocht niet onder de invloed komen van de  krachten van de sterren en de planeten. Zij hadden ook spirituele krachten. In Genesis 15: 5 staat:  Zie naar de

hemel, tel de sterren etc. Volgens de joodse midrash (verklaring) werd Abraham boven de sterren geplaatst. De reden is dat zij dan bevrijd waren van de invloed  van de wetmatigheid van de krachten in het heelal (sterren en planeten, maan etc). Een dienstknecht van God is niet onderworpen aan de planeten en de sterren , dierenriem etc. (Prof. dr. Rabbi Benjamin Blech, 2014).

 

(2) Twee vertalingen:  1. Dit zijn de 70 mensen die met Jacob naar Egypte trokken. 2. Dit zijn de 70 engelen over oervolken na de spraakverwarring volgens de oudste vertalingen in  Dode Zee Rollen en de Septuagint.

 

(3) Hier staat. De zonen Gods verzamelden zich voor de Here en onder hen was ook de Satan.  Ik zag de Here op zijn troon zitten terwijl het ganse heer of heerscharen (engelenmachten) des hemels aan zijn rechter hand en zijn linkerhand stond.

 

(4) Andreev, D. The Rose of the World. Metahistory, Moscow, 1991.

 

(5) Voorbeelden  in het OT zijn Egypte, Babel, Perzië, Griekenland. In  het NT en later Rome Duitsland etc.,

 

(6) Jezus is de unieke Zoon van God.

 

(7) Dr. Michael S. Heiser Deuternomium and the old Testament Worldview en Understanding Israelite Monotheism, 2010.

 

(8) Irak, Jordanië. In Afrika, Afghanistan, Pakistan geldt de invloed van de stammen. De Koerden hebben geen land en zijn verdeeld in Irak, Turkije. Etniciteit wijst nog op de oorspronkelijke volken.

 

(9) Staat in relatie met het Hemelse Jeruzalem.  De Islam met haar moskeeën bezet de Heilige Plaats waar de Tempel stond.

 

 

De verdeling van de (oer)volken en hun goden, dr. H. Dubbelman